Bomen en geteelde gewassen samen laten gaan? Een praktijk die agrobosbouw wordt genoemd of ‘wijnbosbouw’ als die wordt toegepast in de wijngaard. De praktijk bestaat uit het herintroduceren van bomen en struiken op en rond landbouwpercelen. In het begin kozen wijnboeren vaak voor een rij bomen van dezelfde soort, maar tegenwoordig is diversiteit meestal het kernidee. Vanuit de ambitie om de biodiversiteit te vergroten, wat vooral zorgt voor kostenbesparing, kiezen steeds meer landbouwers in de Bordeaux-streek voor deze aanpak.
De voordelen van agrobosbouw zijn talrijk. Dankzij zijn diepe wortels haalt de boom voedingsstoffen uit de diepte zoals water en mineralen, die daarna beschikbaar worden voor de beplanting aan het oppervlak. Zijn wortels zijn ook gunstig voor de bodemstructuur. Ze bevorderen het leven van dieren en planten en met name de verspreiding van mycorhiza: een samenwerking tussen microscopisch kleine paddenstoelen en plantenwortels. Deze mycorhiza zijn essentieel voor de vruchtbaarheid van de bodem, maar zorgen ook voor verbetering van de weerstand van de wijnstok, waardoor de behandelingen met koper beperkt kunnen blijven.
Bomen vormen ook de voorkeurshabitat en een voedselbron voor helpers van de teelt (bijen, vogels, vleermuizen…), zodat het mogelijk is schadelijke organismen op natuurlijke wijze te bestrijden en zo de kosten te verlagen.
In de strijd tegen de opwarming van het klimaat, die centraal staat in alle zorgen, zijn bomen bondgenoten van belang. Niet alleen geven ze het landschap visueel structuur, maar ze creëren ook een microklimaat. Ze dempen de schadelijke effecten van de wind, beperken de hydrologische stress doordat ze regenwater vasthouden en dit weer afgeven aan de bodem en de thermische stress dankzij de schaduw die ze geven.
Tot slot werken ze als natuurlijke filters die de vervuiling van het grondwater beperken en ze vangen kooldioxide op en slaan dit op.
Het eerste wijndomein in de Médoc dat gestart is met een agrobosbouwproject van enige omvang, château Anthonic (Moulis-en-Médoc), past dit toe in al zijn wijngaarden die sinds 2019 biologisch gecertificeerd zijn. Jean-Baptiste Cordonnier, ingenieur in water- en bosbouw, heeft sinds 1993 de leiding over deze onderneming.
In mijn benadering als bosbouwer was ik altijd al gewend aan de samenwerking tussen planten en bomen. Naarmate de tijd verstreek, raakte ik ervan overtuigd dat daaruit een les te halen viel om het bos te herintroduceren in de wijngaard.
Sinds de eerste aanplantingen van hagen rond de percelen, tien jaar geleden, is de wijnbouwer steeds verder gegaan met deze aanpak. Hij plantte zijn eerste bomen bij de herbeplanting van percelen vijf of zes jaar geleden. “Sindsdien wordt geen enkel perceel meer herbeplant zonder bomen. Om de twintig rijen worden er twee vervangen door een rij bomen,” legt hij uit. Met het oog op de biodiversiteit en voor het behoud van de mycorhyzapaddenstoelen die vernietigd waren door de bestrijdingsmiddelen tegen valse en echte meeldauw lag de overstap naar biologisch voor de hand. Daarnaast heeft de wijnbouwer ervoor gekozen groenbemesters om de rij om meer biomassa en humus te krijgen en het bodemleven te verbeteren. Met een goed resultaat, het bedrijf voorziet nu in zijn eigen behoeften aan organisch materiaal, zo nodig aangevuld door plaatselijke aanvoer (bijvoorbeeld mest van de ernaast gevestigde boer). En de resultaten zijn merkbaar. “We brengen weer dynamiek in het bodemleven, constateert hij. Mijn hoeveelheden organisch materiaal, die alleen maar achteruitgingen, nemen sinds drie jaar gestaag toe.”
In Barsac is Marie-Pierre Lacoste, wijnbouwster van château La Clotte–Cazalis, op haar beurt begonnen met het herplanten van bomen op graanakkers op drassige grond* aan de oever van de Garonne. Dat maakte het mogelijk om de voedingsstoffen vast te houden in de bodem. Stap voor stap heeft haar idee zich ook uitgebreid naar de wijngaard. Volgens haar verkeerde deze slingerplant in een betere gezondheid in zijn oorspronkelijke habitat in een bos, toen hij kon profiteren van wortelverbindingen, in plaats van als geïsoleerde plant. Met de bedoeling om “de wijngaard en de boom weer met elkaar in verbinding te brengen” voerde de wijnbouwster in 2017 de eerste proeven met agrobosbouw uit op een nieuwe aanplant van 1,3 ha met druiven voor droge witte wijn.
Om de twaalf rijen met wijnstokken heb ik een haag geplant met om de zes meter allerlei verschillende fruitbomen, vaak plaatselijke rassen, afgewisseld met andere soorten, zoals vruchtenstruiken of aromatische struiken.
Door deze tussenruimtes kunnen vogels en vleermuizen erdoorheen vliegen. Vier jaar later zijn de resultaten merkbaar. “De biodiversiteit is tastbaar met steeds meer vogels en insecten en dankzij het ontstane microklimaat zorgen deze bomen voor frisheid in het aroma,” constateert de wijnbouwster. Om nog verder te gaan heeft ze dit jaar de weggevallen druivenstokken op een perceel vervangen door bomen.
* Moeras